Doel van de behandeling
Het hoofddoel van de behandeling van CML is overleven. Zonder behandeling is CML namelijk een levensbedreigende ziekte. Het is dus erg belangrijk om de behandeling precies zoals voorgeschreven te volgen. Ook de controles zijn erg belangrijk, het eerste jaar iedere 3 maanden en vervolgens minimaal een keer in de 4 maanden.
Slaat de behandeling aan?
Dat wordt bepaald aan de hand van drie soorten uitkomsten. De reactie op een behandeling wordt respons genoemd.
Hematologische respons
Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar het aantal bloedcellen in het bloed. Na diagnose moet dit bloedonderzoek iedere 15 dagen worden uitgevoerd tot het gewenste doel is bereikt. Vervolgens wordt dit onderzoek iedere 3 maanden herhaald. Of indien nodig vaker.
Cytogenetische respons
Voor dit onderzoek wordt beenmerg onderzocht op de aanwezigheid van het Philadelphia-chromosoom, de genafwijking die CML veroorzaakt. Het percentage cellen met het Philadelphia-chromosoom bepaalt de respons. Dit onderzoek wordt variërend van om de 3 maanden tot om de 2 jaar uitgevoerd.
Moleculaire respons
Meestal wordt voor moleculair onderzoek bloed gebruikt en heel soms beenmerg. Er wordt gebruikt gemaakt van de meest gevoelige onderzoeksmethode, de PCR-methode, om de hoeveelheid van het BCR-ABL-gen te meten. Dit gen is onderdeel van het Philadelphia-chromosoom en zet witte bloedcellen aan tot woekering. Dit onderzoek is erg belangrijk omdat daarmee de ziekteactiviteit gevolgd wordt gedurende de behandeling. Indien nodig kan de behandeling hierop aangepast worden. Het eerste jaar wordt dit onderzoek iedere 3 maanden uitgevoerd worden. Daarna kan dit iedere 4 maanden worden.