Voor elke patiënt wordt een specifiek behandelplan gemaakt. In dit plan worden medicatie, dosering en behandelduur vastgesteld. Welke medicatie voor de beste behandeling zorgt is per patiënt verschillend. Fitte patiënten kunnen tamelijke zware kuren beter aan, waardoor bepaalde behandelingen meer geschikt zijn voor fitte patiënten dan voor niet-fitte patiënten. De arts beoordeelt op basis van de volgende kenmerken of een patiënt fit genoeg is voor de behandeling; 1. Aanwezigheid van één of meer aandoeningen naast CLL (ook wel comorbiditeiten). 2. Fitheid van de patiënt op basis van “WHO-performance status”. Een patiënt zonder co-morbiditeit en rang 0 op WHO performance status wordt zeker fit beschouwd. Deze patiënten zijn doorgaans jonger dan 65 jaar.
Kies Laat recidief en fitte patiëntMinder fitte patiënten krijgen een ander behandelplan dan fitte CLL-patiënten. Fitte patiënten kunnen lichamelijke zware kuren beter aan dan minder fitte patiënten. De arts beoordeelt de fitheid van de patiënt op basis van de volgende kenmerken; 1. Aanwezigheid van één of meer aandoeningen naast CLL (ook wel comorbiditeiten). 2. Fitheid van de patiënt op basis van “WHO-performance status”. Een patiënt met (enige) comorbiditeiten en rang 1-4 op WHO performance status wordt als minder fit beschouwd. Doorgaans zijn dit patiënten ouder dan 65 jaar, maar dit hoeft niet. De arts bekijkt dit per patiënt.
Kies Laat recidief en niet-fitte patiënt