Ibrutinib is een doelgerichte therapie en bindt specifiek aan de kwaadaardige lymfocyten (kankercellen). Doordat ze zo specifiek aanhechten op kankercellen, worden gezonde cellen veel minder aangetast dan bij chemotherapie. De bijwerkingen zijn daardoor milder. Als de patiënt echter al bepaalde medicatie gebruikt, zoals middelen voor antistolling of een voorgeschiedenis heeft met betrekking tot hart en bloedvaten, kan er gekozen worden voor optie 2 (venetoclax) en optie 3 (idelalisib met rituximab).
Kies IbrutinibDit medicijn remt het eiwit BCL2, dat zich in grote hoeveelheden in de kwaadaardige lymfocyten bevindt. Het BCL2-eiwit beschermt de cel tegen afstervingsmechanismen en laat de cel zo lang mogelijk leven. Door dit eiwit te remmen, zorgt venetoclax ervoor dat de celdood juist in gang wordt gezet. Venetoclax wordt gegeven wanneer patiënten met 17p-deletie en/of TP53-mutatie geen ibrutinib kunnen verdragen, bijvoorbeeld bij het gebruik van antistolling.
Kies VenetoclaxDit geneesmiddel wordt gebruikt bij een eerstelijnsbehandeling bij aanwezigheid van een 17p-deletie en/of TP53 mutatie. Het is pas een optie voor patiënten uit deze groep, wanneer ze niet in aanmerking komen voor ibrutinib of venetoclax. Dit komt omdat idelalisib een hoog risico kent op bijwerkingen met betrekking tot de afweer van het lichaam. Het risico op infecties is hoog, waardoor deze behandeling vaak niet de voorkeur heeft.
Kies Idelalisib met rituximab